Deze fris zoetzure citroentaartjes maak ik graag in het weekend. Het zijn maar kleine taartjes van zo’n 5 cm doorsnede. Een mooi maatje om op zondagochtend bij de koffie te serveren!

Voor het deeg:
100 g bloem
40 g witte basterdsuiker
20 g amandelmeel
60 g boter
1 el losgeklopt ei
Extra nodig: 8 kleine ingevette taartvormpjes ø ± 5 cm, bakpapier, steunvulling

Voor de vulling:
1 uitgeperste citroen
1 ei
45 g suiker
50 g zachte boter

Kneed van de bloem met de basterdsuiker, het amandelmeel, de boter en het ei een deeg. Leg het, verpakt in huishoudfolie, 30 min. in de koelkast.

Verwarm de oven voor tot 180 °C. Verdeel het deeg in 8 gelijke stukjes, rol en balletjes van en rol ze uit. Bekleed de ingevette vormpjes ermee. Zet ze op een bakplaat en leg er stukjes bakpapier in. Vul de deegbodempjes met steunvulling en bak ze in 8-10 min. goudgeel. Neem na ± 6 min. bakken de stukjes bakpapier met steunvulling uit de vormpjes en bak de taartbodempjes verder af. Laat de taartvormpjes afkoelen.

Doe het sap van de citroen met het ei en de suiker in een kom en roer alles goed door. Verwarm dit mengsel al roerende au bain marie toe het mengsel dik en gebonden is. Neem de kom uit de pan en roer er de boter door. Schenk de citroencrème in de afgekoelde taartbodempjes en laat ze in 1 uur in de koelkast opstijven.

Bereidingstijd: ± 45 minuten
Oventijd: ± 10 minuten
Opstijven: ± 60 minuten

Tip
Ik maak meestal wat extra bodempjes die ik dan in de diepvries bewaar, handig voor een volgende keer.