Deze appeltaartjes krijgen een bijzondere smaak door toevoeging van rozenwater. Neem wel een rozenwater van goede kwaliteit bijvoorbeeld van Souq.
Voor 2 taartjes
275 g zelfrijzend bakmeel
1 zakje vanillesuiker
100 g witte basterdsuiker
180 g boter, in stukjes
1 klein ei
2 el melk
70 g bloem
50 g lichte basterdsuiker
25 g havervlokken
3 appels (goudrenetten)
2 el suiker
1 tl kaneelpoeder
2 el rozenwater
1 el custardpoeder
Extra nodig: 2 lage taartvormen ø 20 cm bekleed met bakpapier.
Roer het zelfrijzende bakmeel met een snufje zout, de vanillesuiker en de witte basterdsuiker door elkaar. Voeg 110 g van de boter, het ei en de melk toe en kneed alles tot een soepen deeg. Vorm 2 ballen van het deeg en rol ze uit. Bekleed de vormen met het deeg en zet ze 30 min. in de koelkast.
Verwarm de oven voor tot 200 °C. Wrijf de bloem met een snufje zout, de lichte basterdsuiker en 70 g boter met de toppen van de vingers tot een kruimelig mengsel. Roer er de havervlokken door. Zet het mengsel in de koelkast.
Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd de parten in stukjes. Roer de suiker, het kaneelpoeder en het rozenwater erdoor.
Neem de vormen uit de koelkast en strooi het custardpoeder en het appelmengsel over de bodems. Bestrooi met het kruimelmengsel en bak de taartjes in de voorverwarmde oven in 25-30 min. goudbruin en gaar.
Bereidingstijd: ca. 50 min., oventijd: ca. 30 min.